Dimdim

Fictiedossier 4

Boekverslag Damian van Ginkel 3T3

1. Zakelijke Gegevens

A.           De titel van het boek is Geen geheimen meer.

B.            De schrijver heet Roger Vanhoeck.

C.            Het aantal bladzijden zijn 96, uitgever is Abimo, het boek is uitgegeven in 2008.

 

2. Samenvatting over het boek.

 

Geen geheimen meer gaat over een jongen die Wout Knaepens heet.

Zijn vader is overleden. Nadat de ouders terug rijden van een feestje komen zei langs een meertje “Het Fort”. Ze stopten daar en de vader wilde daar gaan zwemmen. Half uitgekleed riep hij naar zijn vrouw dat zij er ook in moest, maar ze wilde dat niet. Het meer was donker en gevaarlijk, tevens was zij hoogzwanger. Na een tijdje dat hij in het water zit wordt het stil, ze roept hem maar hij reageert niet. De opa van Wout gaf zijn moeder de schuld, hij zei dat zij hem vermoord had. Sindsdien ging de familie Knaepens niet meer om met Wout zijn opa. Zijn vriend Dries heeft een ongeluk gehad met een hond. De Teckel heeft in zijn been gebeten en deze was gedeeltelijk verbrijzeld. Zijn ene been is na de operatie langer dan de ander en de dokters zijn bang dat het ook nooit meer goed komt. Maar op een dag als Wout en Dries naar school gaan en naar het station lopen is er een vreemde man met een hoed. Ze zien zijn gezicht niet maar hij lijkt oud. Hij zwaait en Wout denkt moet hij mij hebben? Hij zwaait terug en draait zich om en kijkt Dries vervreemd aan, zag je dat? Wat vraagt Dries die man zwaait naar me maar ik ken hem niet. Als hij met Abje en Dries wil gaan zwemmen bij ‘het Fort’ is zijn moeder hier erg op tegen en laat het ook merken. Je gaat niet zwemmen zegt ze. Maar iedereen gaat roept Wout. Maar jij niet, klaar.

Hij gaat niet zwemmen maar vraagt zich af wat die mysterieuze man moet. De volgende keer als hij met Dries naar de stad gaat en bij het station komt, zit de man bij het raam van het café ‘het Park’.

Hij zwaait als hij weg gaat omdat zijn moeder komt. Wie is die gast vraagt hij zich af. Die avond komt hij bij Dries aanbellen en vraagt hem wat. Na een tijdje gaat de man weg en belt Dries Wout op.

Hé Wout je raadt nooit wie er bij mij was. Wie? Vraagt Wout. De man met die hoed.

Wout kijkt verbaasd. Hij moest jou hebben zei Dries.

Waarom vraagt Wout. Weet niet zei die niet.

Die avond had Wout een nachtmerrie. Hij was in het bos en liep langs de galgeneik.

Hier werden mensen vroeger aan opgehangen.

Hij krijgt altijd de rillingen als hij erover denkt.

Hij ziet de man met de hoed. Hij hangt aan de boom en snakt naar adem. Een hele groep mensen met dezelfde kleren houden een ritueel.

Ze zien Wout en grijpen hem hij kan geen kan op. Ze hangen hem ook op. Ineens schiet Wout overeind.

Ooh het was maar een droom denkt ie, gelukkig.

De volgende dag als hij met Flappie gaat wandelen , zijn hond, komt hij een taxi tegen. Hij stopt 10 meter voor hem.

De chauffeur stapt uit en loopt richting Wout. Hij geeft hem een brief en zegt “alleen voor jou” de man loopt terug naar de taxi en stapt in. Zie ik het goed is het die man weer? Hij kijkt en ziet een hoed. Wat wil hij gaat er door Wout heen.

Als hij naar huis gaat en in de brief kijkt ziet hij een foto.

Een man ziet hij met een klein jongetje, vast zijn kleinzoon denkt Wout. Als zijn moeder roept laat hij het vallen. En ziet een tekst op de achterkant.

 

 

 

 

Er staat: Dag wout,

                  Verdriet is als water.

                  Het zoekt altijd een uitweg, soms de verkeerde.

                  Vergeef me,

                Opa Frederik.

 

Mijn opa? Was die man met mijn hoed mijn opa? Nee dat kan niet denkt Wout.

De volgende dag belt hij Dries. ik ga uitzoeken wie die man is ga je mee? Ja, is goed zegt Dries. Als ze naar het café ‘het Park’ gaan zien ze de man niet bij het raam zitten. Ze gaan naar binnen.

Ze bestellen een cola en een ice-tea. De cola is voor Wout en de ice-tea voor Dries.

Weet u waar de man is met die hoed? Hij is overleden zegt de man.

Overleden? Nee dat meen je niet zegt Wout. Hoe kan dat hij zag er nog gezond uit.

Schijn bedriegt zegt de barman hij was al een tijdje ziek.

Mag ik u vragen hoe hij heette?

Natuurlijk hij hete Frederik, Frederik Knaepens aardig man was hier veel zegt hij.

Wout hart slaat over Frederik Knaepens das mijn opa dacht hij bij zichzelf.

Maar waarom is hij nooit naar me toe gekomen.

Hij zat tijden in een kliniek zegt de man.

Als hij naar huis gaat ziet hij een overlijdensbrief op tafel liggen.

Mam waarom heb je me niet vertelt over opa?

Dat komt……

Hij is dood of niet zegt Wout.

Ja zegt Wout zijn moeder.

Waarom zei je niks het is een lang verhaal. Ik had een tijdje geleden toen je vader stierf ruzie met je opa en heb gezegd tegen hem en de rechter dat hij geen contact meer met ons mocht opzoeken. Zijn opa had in een kliniek gezeten en was er net uit, hij mocht alleen geen contact meer zoeken met de familie Knaepens. Wout vind het wel jammer dat hij hem nooit heeft gekend.

Na de begrafenis vertelt zijn moeder over zijn opa.      

 

Einde

 

 

 

3. Over de auteur.

Roger Vanhoeck is geboren op 5 augustus 1946.

Hij is geboren in Antwerpen in België.

Roger studeerde voor onderwijzer aan de school in Sint-Niklaas.

Hij startte zijn loopbaan in een lage onderwijsschool in Puurs in 1966

In 1999 vroeg zijn vriend Juul Dewachter hem of hij het niet zag zitten de boeken van Richard Dewachter (de vader van Juul) te bewerken voor toneel. Zo ontstond 'Aan de Overoever', een toneelstuk dat dertien voorstellingen de zaal liet vollopen. Op 28 maart 2003 ging het nieuwste toneelstuk van Roger in première met als titel ‘weet je nog’.

 

4. Over het boek.

A.           De Illustratie geeft weer dat er een jongetje verbaasd is van een man met een hoed .

B.            Het boek is aan niemand opgedragen.

C.            Het café ‘Het Park’ daar komen ze de man met de hoed tegen, en het galgenbos fiets hij       steeds langs en het meer ‘Het Fort’ waar zijn vader is overleden.

D.           Het gaat over een jongen die een man tegen komt en wil weten wie die man is en wat hij van hem wilt. Het is een alwetende verteller omdat je weet hoe de personen zich voelen en hoe ze reageren op elkaar.

E.            Een gesloten einde, omdat het stopt bij de begrafenis van zijn opa en dan vertelt zijn moeder wat er precies allemaal is gebeurd.

 

 

5. Leeservaring

Ik vond het een leuk en spannend boek omdat er veel leuke dingen in gebeurd en er interessante stukken in zaten. Ik las het makkelijk door omdat als ik las er ook echt in zat en me verplaatste in de hoofdpersoon. Ik zou wel meer boeken van hem willen lezen voor mijn fictie dossier maar mag ik niet meer. Hij heeft veel boeken gelezen en de reden dat hij is gaan schrijven vindt ik ook knap dat hij voor kinderen die dat niet goed kunnen er toch iets voor doet zodat zijn het ook leuk gaan vinden. Het is een mooi boek en tegelijk ook spannend want, je komt steeds weer een beetje meer van hun verleden af te weten en wat er heeft rond gespeeld in hun. Ik denk dat ik meer boeken van hun ga lezen omdat het zomaar echt zou kunnen gebeuren. Het had iedereen kunnen overkomen wat er is gebeurd met hun. Dus ik ben ervan overtuigd dat ik meerdere boeken van hem ga lezen. Het is tegelijk wel zielig voor hem dat hij eindelijk zijn opa heeft gevonden maar dan niet met hem mag praten of contact hebben. Maar dat is eigenlijk de schuld van zijn moeder omdat ze het hem verboden heeft ooit nog contact te zoeken. Het is een makkelijk boek omdat het taalgebruik niet te moeilijk is gemaakt. De gebeurtenissen zijn makkelijk te volgen. Je hebt in het verhaal wel een paar terug blikken naar het verleden die voorafgaand zijn gebeurd. De bouw van het verhaal is grote deels logisch. De hoofdpersoon is een levendig persoon, hij probeert voor het leven te gaan en er wat van te maken. Er zijn voldoende gebeurtenissen om je de vraag te stellen wat gebeurd er nu. Hoe gaat hij daar nu op reageren. Zulke dingen blijf je steeds terug zien in het verhaal. Het boek heeft een spannende opbouw omdat je je steeds afvraagt wat die persoon wilt van hem en dat gaat steeds zo door. Het verhaal is makkelijk te lezen dus het taalgebruik is makkelijk te lezen.

 

6. Verwerkingsopdracht.

A: angst (hij is bang wat de man met de hoed van hem wilt)

B: blij (hij is blij omdat Roos hem ook leuk vindt)

C: cool (hij doet zich cool voor, om indruk te maken op Roos)

D: direct (in antwoord geven of mening)

E: eerlijk (hij zegt wat hij denkt en draait er niet omheen)

F: fatsoenlijk (het is geen asociale jongen die dingen doet die niet mogen)

G: gezellig (hij maakt er een leuke sfeer maar is ook verlegen om zich helemaal te uiten)

H: herkenbaar (het is een persoon die je dagelijks tegen kan komen)

I: indirect (bij bepaalde dingen weet hij niet hoe hij ermee overweg moet komen)

J: jaloers (jaloers op de mensen die iets hebben wat hij niet heeft)

K: k*t gevoel (toen hij erachter kwam dat de man met de hoed zijn opa was)

L: lomp (is soms een rare vogel die soms rare capriolen uit haalt)

M: moedig (hij durft voor zich zelf op te komen)

N: nachtmerries (na de ontmoeting met de ma met de hoed had hij er rare dromen over)

O: ongelofelijk (hij durft dingen te doen die anderen niet doen)

P: prachtig (hoe hij het meisje versierd)

R: rustig (hij blijft rustig in elke situatie)

S: sfeervol (Hij durft van saaie dingen iets leuks te maken)

T: terughoudend (hij wacht eerst af, hij gaat er niet gelijk vol op)

V: vlot (is een makkelijke praten en trekt zich niets aan wat andere denken)

W:waarschijnlijk (je weet al wat er gaat komen)

Z: zet hem aan het denken (als er iets gebeurd denkt hij eerst de situatie uit)

 

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb